Skip to main content
home-page
Skip to main content
home-page

Nieuws en veelgestelde vragen

Nieuws

Vraag provincieraadslid Louis Schoofs over Oosterweelgrond

26-06-2021

Het provincieraadslid Louis Schoofs diende onderstaande interpellatie in voor de provincieraad van 24 juni 2021: Tijdens de graafwerken voor de Oosterweelverbinding is vorige week formeel aan het licht gekomen dat in de site in Zwijndrecht te hoge PFOS-concentraties in de grond zitten afkomstig van 3M fabriek. PFOS wordt omschreven als zeer giftig en op termijn kankerverwekkend. De bezorgdheid om de volksgezondheid is essentieel en de verontwaardiging dat deze vervuiling zo lange tijd geminimaliseerd is, is groot. Voor de sanering van de storten in de kleiputten en de opvulling van deze kleiputten is immers overeengekomen dat Oosterweelgronden zullen aangevoerd worden. De gronden die toegevoerd worden zouden niet van de 3M site komen, maar van andere plaatsen. Ik verwijs naar de verenigde raadscommissie van 18 maart dit jaar. (nvdr: zie kaartje hierboven voor de locaties van de gronden die naar de kleiputten zouden kunnen komen) De inwoners rondom de kleiputten zijn op het vlak van stortgeschiedenis in het verleden te veel genegeerd geweest om dit zo maar te laten passeren. Het wantrouwen is begrijpbaar en terecht. Een noodzakelijke sanering van het gebied met zuivere grond is het minste wat de omgeving kan verwachten. Daarom deze uitdrukkelijke vragen aan de deputatie. Welke garanties biedt de deputatie dat de gestorte gronden van Oosterweelwerken zuiver zullen zijn en geen bedreiging vormen voor de volksgezondheid? Hoe zal de herkomst van de gronden gemonitord worden? Hoe en wanneer zullen de bestemde gronden voor de kleiputten gecontroleerd worden, voor ze toekomen in de kleiputten? Hoe en welke transparante, duidelijke en up to date informatie zal hierover aan de bevolking gegeven worden? Welke milieunormen zullen gehanteerd worden?Het antwoord van gedeputeerde Ludwig Caluwé kan je hier nalezen.

Nieuws

Provincie Antwerpen zet golfterrein om naar groengebied

08-06-2021

Het gebied van de kleiputten Terhagen in Boom en Rumst is voorbehouden voor een golfterrein. Met de opmaak van het Provinciaal Ruimtelijk uitvoeringsplan (PRUP) Groengebied Terhagen Boom zorgt de provincie Antwerpen ervoor dat het een groen gebied kan blijven, met een stukje voor lokale recreatie. Van 14 juni tot en met 12 augustus 2021 kan iedereen zijn of haar mening geven over de eerste documenten bij de opmaak van het PRUP.Tijdens het participatietraject in 2018, over de eindinrichting na de sanering, verzamelde de provincie Antwerpen heel wat suggesties en bedenkingen over hoe het gebied van de kleiputten er in de toekomst kan uitzien. De omwonenden en de overheden kwamen overeen dat het gebied groen én voor iedereen toegankelijk moet blijven. Sinds 1998 is het een zone bestemd voor golf, wat dus niet meer strookt met de huidige visie. Om de bestemming te wijzigen, maakt de provincie Antwerpen het Provinciaal Ruimtelijk Uitvoeringsplan of PRUP Groengebied Terhagen Boom op. De eerste documenten, de start- en procesnota, zijn klaar. Daarin staat wat de provincie Antwerpen met het PRUP wil bereiken en hoe ze het PRUP opmaakt. Luk Lemmens, gedeputeerde bij de provincie Antwerpen en bevoegd voor Ruimtelijke Ordening, licht toe: “We komen tegemoet aan de oproep om het gebied groen en  toegankelijk te houden. We schrappen de mogelijkheid om een golfterrein aan te leggen. We laten uitdrukkelijk geen camping en geen grootschalige hoogdynamische recreatie toe. Wat wel kan, is uitrusting in functie van wandelen, fietsen, spelen en natuurbeleving, bijvoorbeeld picknicktafels of een infobord. Aan de Kapelstraat voorzien we een kleine zone voor lokale recreatie, bijvoorbeeld als nieuwe locatie voor de visclub of een jeugdvereniging. Die locatie is bewust gekozen omdat je die bereikt zonder door het bos te rijden. We zetten in dit PRUP volop in op natuurbeleving in het groengebied.” Hoe je mening geven? Tijdens de publieke raadpleging, die loopt van 14 juni tot en met 12 augustus 2021, kan iedereen zijn of haar mening over de start- en procesnota van het PRUP Groengebied Terhagen Boom geven. “We organiseren ook een infomarkt op woensdag 23 en donderdag 24 juni 2021. Je leest daar op posters een samenvatting van de nota’s en je kunt nadien vragen stellen aan de projectmedewerkers”, gaat Luk Lemmens verder. “Om de infomarkt te bezoeken, moet je op voorhand een tijdslot reserveren.” Volgende stappenTegelijkertijd met de publieke raadpleging vraagt de provincie Antwerpen het advies van de betrokken gemeenten en verschillende instanties. Die adviezen voegt ze samen met de reacties uit de publieke raadpleging, en gebruikt ze om de startnota verder uit te werken tot een scopingnota. Later, in de fase van het ontwerp-PRUP kun je via een openbaar onderzoek opnieuw je mening geven over het concreet uitgewerkte plan. Pas daarna komt de provincie Antwerpen tot een definitief PRUP dat de voorschriften voor toekomstige omgevingsvergunningen bepaalt. Blijf je graag op de hoogte over de opmaak van het PRUP Groengebied Terhagen Boom? Raadpleeg dan regelmatig de website van de provincie Antwerpen: www.provincieantwerpen.be/GroengebiedTerhagenBoom. Bodemsanering Het PRUP gaat niet over de noodzakelijke bodemsanering van de kleiputten. Het gaat over de bestemming en de functie van het gebied: waarvoor en op welke manier mag het gebruikt worden. De Provinciale Ontwikkelingsmaatschappij (POM) Antwerpen coördineert de bodemsanering. Binnen het gebied liggen meerdere te saneren zones waaronder het voormalige huisvuilstort van de stad Antwerpen en het voormalig asbeststort van Ethernit. De nodige vergunningen voor de sanering en het daaropvolgende landschapsherstel zullen in de loop van 2021 aangevraagd worden: vooreerst een omgevingsvergunning en daarop volgend het bodemsaneringsproject (BSP). Infomomenten en publieke raadpleging hierrond volgen later dit jaar en in de loop van volgend jaar. Meer informatie over de sanering vind je op www.kleiputtenterhagen.be.   PRAKTISCHE INFO PUBLIEKE RAADPLEGING Wanneer? Van 14 juni tot en met 12 augustus 2021. Waarover? Start- en procesnota, beschikbaar op www.provincieantwerpen.be/GroengebiedTerhagenBoom en op deze locaties: Ø  provincie Antwerpen, dienst Ruimtelijke Planning, Koningin Elisabethlei 22 te 2018 Antwerpen (tel. 03 240 66 23); Ø  gemeentebestuur van Boom, dienst Omgeving, Antwerpsestraat 44, 2850 Boom (tel. 03 880 18 50); Ø  gemeentebestuur Rumst, dienst Omgeving, Koningin Astridplein 12, 2840 Rumst (tel. 03 880 00 60). Hoe reageren? Schriftelijk van 14 juni tot en met 12 augustus 2021 op één van de volgende manieren: Ø  Per e-mail aan ruimte@provincieantwerpen.be; Ø  Online op www.provincieantwerpen.be/GroengebiedTerhagenBoom; Ø  Per brief (aangetekend verzenden of tegen ontvangstbewijs afgeven) aan: o   provincie Antwerpen, Koningin Elisabethlei 22, 2018 Antwerpen; o   gemeentebestuur Boom, dienst Omgeving, Antwerpsestraat 44, 2850 Boom; o   gemeentebestuur van Rumst, dienst Omgeving, Koningin Astridplein 12, 2840 Rumst; Ø  Tegen ontvangstbewijs afgeven op de infomarkten van 23 en 24 juni 2021.   INFOMARKT Wanneer? op woensdag 23 en donderdag 24 juni 2021 Hoe bezoeken? Door op voorhand een tijdslot te reserveren: online op www.provincieantwerpen.be/GroengebiedTerhagenBoom, telefonisch op 03 240 66 23 of per e-mail aan ruimte@provincieantwerpen.be Waar? Sporthal Braxgata, Kapelstraat 145, 2850 BoomMeer info:www.provincieantwerpen.be/GroengebiedTerhagenBoom   (foto: Wandelaars in het gebied - Copyright: Provincie Antwerpen)

Nieuws

Studie ontvangende groeve en graverij

22-03-2021

De studie ontvangende groeve (SOG) draagt bij tot het milieuhygiënisch verantwoord opvullen van de voormalige kleiputten in Terhagen met bodemmaterialen. Bescherming van de grondwaterkwaliteit is daarbij prioritair. Bij de opzet van de studie moet de groeve en meer bepaald de relatie of interactie van de groeve met de nabije omgeving zeer goed gekend en beschreven zijn vóór men kan nadenken over de aard van aan te voeren bodemmaterialen. Je kan hier een bevattelijke samenvatting van deze studie lezen. De integrale studie kan je hier downloaden.Conclusie studie: Bodem (0-1 m): vrij hergebruik. Geen verhoging Cr. Formatie van Lillo en Kattendijk uit Oosterweelproject zijn geschikt. Substraat (1-1,5 m): vrij hergebruik. Verhoging van Cr boven waarde vrij hergebruik toegestaan. Ondergrond (> 1,5 m): gronden moeten voldoen aan 80 % BSN III. In concreto betekent dit maximaal code 4x1. In de praktijk: 1. Contractueel is bepaald tussen de 4 partijen dat enkel code 211, 311 en 411 kan worden aanvaard(andere codes die vallen binnen maximum 4y1 dus niet aanvaard) 2. In de omgevingsvergunningsaanvraag wordt ook niet meer aangevraagd dan 211, 311 NA, 411 NA, dwz gronden die niet verontreinigd zijn 3. De aanvulling gebeurt zoals voorzien in studie INBO én SOG samen: Bodem: Lillo of Kasterlee / geen overschrijding Cr Dieper: Berchem en Boom ook toegelaten / van nature meer Cr dan vrij hergebruik / deze formaties en aanrijkingen vandaag reeds in het gebied voor  

Nieuws

Geluidshinder tijdens de sanering en heraanleg van de kleiputten

28-02-2021

Effecten van geluidsverstoring voor omwonenden Om de onderstaande beoordelingen goed te begrijpen en te kunnen inschatten, zijn er vooraf 3 belangrijke opmerkingen te maken: er vinden geen werken plaats tijdens de nacht (geen werken tussen 19u en 7u) en nooit op weekenddagen of feestdagen. alle inschattingen door de deskundige zijn een weergave van het slechtste geval, zijnde: wanneer machines continu werken. In de praktijk zijn grondverzetmachines voornamelijk discontinu aan het werk. De 2 belangrijkste min of meer continue bronnen zijn: het afladen van de schepen bij de kaai en het transport van gronden langsheen de hoofdwerfroute (dit is door de corridor Molleveld tot in het gebied). Haast alle andere activiteiten zijn tijdelijk van aard (waarmee wordt bedoeld: slechts tijdelijk in eenzelfde gebied actief) en meer discontinu. Tijdens de ontbossingDe werken van ontbossing zullen aanleiding geven tot geluidsemissies. De ontbossing zal gebeuren met harvesters. Een harvester is een zelfrijdende houtoogstmachine om bomen in één arbeidsgang te vellen, te onttakken, te korten en te stapelen. De geluidsproductie van een harvester is lager dan die van een motorzaag en produceert minder hoge tonen. Een motorzaag is hoorbaar tot op honderden meters afstand, een harvester tot ongeveer 100 m. Meestal wordt de aanwezigheid van een harvester verraden door de hoge tonen van de velzaag die in werking treedt, een typisch geluid. Doordat de productiviteit van een harvester vele malen hoger ligt dan die van een ploeg arbeiders met motorzagen, is de verstoringtijd in het bos aanzienlijk korter bij de inzet van een harvester.  In de praktijk slechts enkele dagen per ontbossingsfase. Er zullen geen hakselaars worden ingezet. Alle takhout en bladeren blijven ter plaatse en worden afgedekt met bodemmateriaal tijdens de werken. Hierdoor wordt ook de geluidshinder die hiermee gepaard gaat, vermeden. Tijdens sanering en creatie nieuwe morfologieDe sanering en creatie van het nieuwe landschap gebeuren met machines die geluid produceren. De werken zullen ca. 7 à 8 jaar duren. Het materieel dat hierbij zal worden ingezet zijn (rups)kranen en dumpers. Van al deze bronnen zijn de geluidsemissies bekend door vele eerdere studies en MER’s. Op de kade langs de Rupel zullen er maximum 2 kranen in werking zijn om de grond van het schip naar de dumpers te laden. De dumpers rijden dan via een werfroute naar het projectgebied waar de gronden worden gestort. Een kraan of wiellader egaliseert, verdicht en profileert deze gronden. De opvulactiviteiten zullen zeker een effect hebben op het omgevingsgeluid, afhankelijk van de locatie van de activiteiten in het projectgebied. 1. Aan de oever van de Rupel wordt tijdens het laden een LAeq,1h van +/- 45 dB(A) (*) verwacht. Door industrie en verkeer op de Nieuwstraat / Kapelstraat bedraagt het omgevingsgeluid aan de oever van de Rupel echter nu al meer dan 45 dB(A). 2. In het projectgebied is vooral de ligging van de hoofdwerfroute van belang. Deze zal op minstens 200 m van de woningen in de Bosstraat/Nachtegaalstraat liggen. Toch wordt het effect van geluid hier als verwaarloosbaar tot beperkt negatief beoordeeld. Dit omdat het omgevingsgeluid stijgt maar er anderzijds toch voldaan is aan de bepalingen van VLAREM II. Er zal op minder dan 200 m van de woningen langs de Bosstraat/Nachtegaalstraat geen werfweg liggen maar er zal wel degelijk gewerkt worden. In dit segment van het te saneren gebied zal het asbeststort als eerste gesaneerd worden. Tijdens de sanering van dit deel is er tijdelijk geluidshinder te verwachten voor de Bosstraat/Nachtegaalstraat. Er is in het landschapsontwerp een zogenaamd “balkon” voorzien dat gemiddeld 5 m hoger zal liggen dan de Bosstraat en veel hoger dan de dieper in de kleiputten gelegen delen.  Dit balkon zal volgens de geluidsdeskundige fungeren als geluidsberm en zo het geluid van de werken dieper in het gebied dempen. Door het balkon kan voor Bosstraat/Nachtegaalstraat de geluidshinder dus beperkt worden tot een zeer tijdelijke situatie (in casu beperkt tot de sanering van de zone vlakbij de straat).  Belangrijk is dan ook dat het Bosstraat-Balkon meteen wordt aangelegd tijdens de sanering van het asbeststort. 3. Door de 32 dumperbewegingen per uur wordt voor de werfroute vooral ter hoogte van de woningen in het Molleveld/Kapelstraat geluidshinder verwacht indien geen extra maatregelen worden genomen. Door de passerende dumpers stijgt het omgevingsgeluid tot 48 à 52 dB(A) zodat er niet meer voldaan wordt aan de bepalingen van VLAREM II. Om het effect van aanzienlijk negatief (-3) tot minstens beperkt negatief (-1) te milderen moet de werfweg naar de woningen worden afgeschermd met een gronddam die minstens 6 m hoog is. Deze gronddam kan beginnen ten zuiden van de Kapelstraat (langs de tunnel) tot 100 m ten noorden van de Kapelstraat en zal zo dicht mogelijk tegen de eigenlijke werfweg worden aangelegd, met bij voorkeur een steile zijde langs de werfweg. De ligging van de gronddam vind je terug op de figuur hieronder. Voor de overige woningen aan de Kapelstraat en het Boonhof worden geen overschrijdingen van de milieunorm voor geluid verwacht. Situering gronddam t.h.v. Molleveld/Kapelstraat.   Effecten van geluidsverstoring op dieren Tijdens de werken zal er door het gebruik van allerlei werfmachines een geluidstoename zijn. Deze geluidsverstoring zal voornamelijk discontinu en niet-permanent zijn. Net als bij de mens is geluidsverstoring voor dieren een “subjectieve” ervaring die door verschillende soorten anders wordt opgevat, of waarbij gewenning kan optreden. Het gebied kan als kwetsbaar tot zeer kwetsbaar voor geluidsverstoring worden beschouwd (aanzienlijk negatief effect). Om de verstoringstijd zo kort mogelijk te houden, zal de ontbossing gebeuren met harvesters en er zullen geen hakselaars worden gebruikt. Zie hierboven. De ontbossing wordt uitgevoerd buiten het uitgebreide broedseizoen – dat wil zeggen buiten de periode van 15 maart tot 30 augustus. Hiermee wordt de impact op zowel broedvogels (officieel broedseizoen: 15 maart – 30 juni) als de impact op eventuele (maar in het projectgebied niet verwachte) kraamkolonies van vleermuizen (voornamelijk juli tot half augustus) voorkomen. Ook het heien van buispalen en damwanden tijdens de bouw van de tijdelijke overslaginfrastructuur moet gebeuren buiten het uitgebreide broedseizoen – dat wil zeggen buiten de periode van 15 maart tot 30 augustus. In het algemeen kan er gesteld worden dat de fauna binnen het projectgebied ingevolge de werken gedurende 7 à 8 jaar een geluidsverstoringseffect zal ondervinden boven de verstoringsdrempel voor bosvogels van 43 dB(A). Tijdens de werkzaamheden zal het kleiputtengebied zijn functie als broed- en overwinteringsplaats deels verliezen. Het zwaartepunt van het inrichtingsgebied en de aanvoerroute doorheen Molleveld liggen eerder aan de westelijke rand van het projectgebied waardoor geluidsverstoring ter hoogte van de noordelijke plas, het bos van Terhagen, het plassengebied van Natuurpunt en de meer oostelijk gelegen plassen en kleiputten, veel beperkter tot onbestaande zal zijn. Al deze gebieden zullen dan ook kunnen fungeren als toevluchtplaatsen voor de fauna tijdens de werkzaamheden. Aan de aannemer zal worden opgelegd bij de reliëfaanleg maximaal rekening te houden met verstoringsgevoelige gebieden in de omgeving en in die situaties maximaal te werken buiten het uitgebreide broedseizoen. Indien werken niet volledig ingepland kunnen worden buiten het broedseizoen, moeten ze starten vòòr het uitgebreide broedseizoen (d.w.z. voordat broedvogels er zich nestelen) en continu doorlopen. (*)  De dB(A) is de eenheid, afgeleid van de gewone decibel, die de geluidssterktes corrigeert voor de gevoeligheid van het menselijk oor. De LAeq,1h: Om het verkeersgeluid te evalueren gebruikt men meestal niet de maximum voorkomende geluidsniveaus, maar wel het energetisch gemiddelde geluidsniveau gedurende een zekere periode (hier gedurende 1 uur, 1h).  Omdat geluid werkt volgens een logaritmische schaal en het voor veel mensen moeilijk zich iets voor te stellen bij de verschillende geluidsdrukniveaus is hieronder een tabel opgenomen met de beschrijving van een aantal geluidsniveaus:   LAeq in dB(A) Waarneming Voorbeelden 130 pijngrens straalmotor op 25 m 120 oorverdovend motor met vrije uitlaat 110 onuitstaanbaar knetterende motorcirkelzaag 100 intens compressorbuitenboordmotordrilboor 90 zeer luid motovrachtwagendieselmotorkoffiemolen op 1m 80 luid fabriekstationwekker op 0,60 mbromfiets 70 redelijk luid autostofzuiger op 3 m 60 reeds hinderend stromend waterwasmachine op 3 m 50 Gematigd luide stemeen veld in de zomer(vogels, insecten) > 45   Huidig geluidsniveau langs de oever van de Rupel ten gevolge van industrie en verkeer langs de Kapelstraat / Nieuwstraat 40 zeer gematigd normale stemrustige ontspanningszaal 30 zwak gefluisterzacht stemgeluid  

4 feb

De effecten van sanering en heraanleg op het oppervlakte- en grondwater in de kleiputten

04-02-2021

Het MER, milieueffecten rapport, voor de sanering en de herinrichting van de kleiputten werd in december goedgekeurd. Onafhankelijke experten onderzochten de impact van de sanering en inrichting van het nieuwe landschap op de omgeving. We gaan hier dieper in op de effecten die de sanering en de heraanleg hebben op het water in het kleiputtengebied. Situering bronpercelen verontreiniging anionen en kationen in grondwater. Dit zijn de belangrijkste conclusies:Grond- en oppervlaktewaterMet de sanering worden 2 historische stortplaatsen en het tussenliggende gebied en ook de verontreiniging van het (grond)water over het volledige inrichtingsgebied aangepakt.De waterkwaliteit, zowel van grondwater als oppervlaktewater, werd in de INBO studie als slecht beoordeeld. Aangezien de zones met hoogste concentraties anionen en kationen worden afgedekt en het hemelwater boven deze zone gecontroleerd afgevoerd wordt, zal er minder uitloging optreden en zal dit een positief effect hebben op de kwaliteit van het water dat de site richting Rupel verlaat.WaterhuishoudingMet de sanering en de creatie van de nieuwe morfologie zal het huidige afwateringssysteem in het projectgebied gewijzigd worden. Het projectgebied zal volledig afwateren naar de Rupel. Het grondwater zal zich door de sanering en de creatie van een nieuw landschap op veel plaatsen dieper bevinden dan vandaag het geval is. Het projectgebied zal hierdoor over grote delen duidelijk droger worden. Lokaal zal echter water stagneren zodat vochtige plaatsen en open waterpartijen zich kunnen ontwikkelen. Natte zones hebben immers een meerwaarde voor fauna en flora. In de nieuwe morfologie worden de lager gelegen gebieden rondom de noordelijke plas natter. De drainagegracht zal niet langer afstromen in de lager gelegen zones rond de noordelijke plas. Deze drainagegracht stroomt uit landbouwgebied en kan dus stikstof en fosfor bevatten. Daarom zal ze worden afgeleid naar het te creëren rietmoeras waar haar beperkte belasting geen enkel ecologisch probleem vormt omwille van de goede doorstroming en het zuiverend vermogen van het rietmoeras. Het rietmoeras wordt aangelegd op de locatie van de huidige centrale vijvers en zal op natuurlijke wijze van hoog naar laag afwateren. Er komt een natte natuurverbinding tussen het inrichtingsgebied en de Rupel doordat er in het ontwerp een centrale vallei wordt voorzien tussen de geplande reliëfheuvels in en doorheen de ecocorridor Molleveld naar de Rupel. De effecten van het project op de afwatering worden als aanzienlijk positief beoordeeld. Dit omdat een volledig natuurlijke afstroming wordt gecreëerd (vandaag gebeurt de afwatering deels artificieel via pomp) en er bovendien positieve effecten optreden voor fauna en flora ten opzichte van de bestaande toestand. Tijdens de aanvullingswerken zullen volgende milderende maatregelen nodig zijn:De afwatering van het inrichtingsgebied moet tijdens de werken gegarandeerd worden door regelmatige inspectie en ruiming van de bestaande afvoeren. Wanneer nodig, moet er een nieuwe afvoer worden gecreëerd met voldoende mogelijkheden voor ruiming (voldoende diameter en voldoende inspectiemogelijkheden).Bij de aanvulling moet er variatie in vochttrappen gecreëerd worden door het aanbrengen van een verdichte bodemlaag in de heuvels met de glauconietrijke Formatie van Berchem, op een diepte van 1 - 1,5 m. Op plaatsen waar men natte standplaatsen wil creëren, mag de diepte van deze laag beginnen op 50 cm diepte. Tijdens de werken van bemaling en drainage zullen de volgende milderende maatregelen nodig zijn: Het bemalingswater dat vrijkomt bij de inkokering van het jaagpad zal geloosd worden in de Rupel. Het bemalingswater en drainagewater van de tunnel onder de Kapelstraat wordt geloosd in de overwelfde Potgatbeek ten zuiden van de Kapelstraat en stroomt zo naar de Rupel. Voor deze lozingen moet voldaan worden aan de milieukwaliteitsnormen voor oppervlaktewater van VLAREM II. Alvorens lozing in de Rupel zal dit bemalingswater onderzocht worden op aanwezigheid van arseen, CZV (Chemisch Zuurstofverbruik), pH (zuurtegraad), en de nutriënten Kjedahl-N, totaal fosfor en orthofosfaat. De opvolging van de lozingsnormen zal gebeuren via periodieke monitoring. Bij start van de bemaling en drainage zal die wekelijks gebeuren gedurende één maand en vervolgens maandelijks. De frequentie van monitoring (zeker de wekelijkse monitoring) kan sneller afgebouwd worden in functie van de resultaten. Wanneer de concentraties in het onttrokken bemalings- en drainagewater ver onder de geldende lozingsnormen liggen, kan de frequentie worden afgebouwd. Het onttrokken bemalings-/drainagewater van de tunnel onder de Kapelstraat, zal na zuivering, maximaal worden gebruikt bij het besproeien van de werfwegen en de grondaanvullingen.

Nieuws

Inspectieverslag voormalig asbeststort

22-01-2021

Volgens de afgesproken beurtrol tussen de bodemsaneringsdeskundige, De Vlaamse Waterweg en de gemeente Boom, voerde Talboom Milieu in opdracht van De Vlaamse Waterweg in december 2020 een terreincontrole uit op het asbeststort, gelegen tussen de Bosstraat en de Kapelstraat, in Boom.Hierbij werden in hoofdzaak volgende punten gemonitord:− de staat van de afdeklaag;− de staat van de omheining;− nazicht van gekende locaties met asbest aan het maaiveld;− inspectie van mogelijke nieuwe kritische locaties. Het volledige verslag met foto's vind je hier. Belangrijkste conclusies van het rapport OmheiningGaten in de omheining zorgen ervoor dat het asbeststort niet volledig is afgesloten. Er zijn beperkte sporen van betreding. Het is enkel mogelijk om via 2 plaatsen (observatiepunten 31 en 51, zie hiervoor het volledige verslag) het terrein onwetend te betreden, aangezien:− er geen omheining is;− er geen verwijzing is aangebracht m.b.t. de risico’s;− er geen bord met aanduiding van het toegangsverbod aanwezig is.Uit de toenemende begroeiing (die nu zonder betreding vrij kan uitbreiden) op alle paden en uit de afwezigheid van aanwijzingen van activiteiten op het terrein, blijkt dat de genomen voorzorgsmaatregelen nog steeds een afradend effect hebben.Echter, gezien de nieuwe gaten in de omheining, de 2 niet-afgesloten paden en de matig verdichtende groei ter hoogte van de ongebruikte paden, wordt vastgesteld dat het terrein nog kan worden betreden en dit ook daadwerkelijk gebeurt.AsbestOp basis van de afstapping van het terrein en de eerdere KIWA-studie, blijkt dat er asbest in hechtgebonden toestand op diverse gemakkelijk te bereiken plaatsen aan het maaiveld aangetroffen werd. Bijkomend werd er in de KIWA-studie niet-hechtgebonden asbest vastgesteld op een bepaalde plaats (zie hiervoor volledig verslag). Deze locatie werd afgedekt met polyesterdoeken en ingekapseld met epoxyhars. Naast deze doeken is er wel nog hechtgebonden asbest vastgesteld.Afdekking en taludsDe recent aangelegde afdeklaag vertoont reeds diverse erosiegeulen op de plaatsen waar er geen houtsnippers aangebracht zijn. De geulen zijn intussen groter geworden in vergelijking met de vorige terreincontrole. Verder zijn er sporen van verzakking in de aangebrachte afdekking met gestabiliseerd zand aanwezig en vormen er zich erosiegeulen in het talud.Dit heeft als gevolg dat de beschermende zandlaag steeds dunner zal worden en dit na verloop van tijd steeds minder bescherming zal bieden.De afdekking stopt nu aan de grens met de begroeiing. Als gevolg hiervan zijn de gekende asbesthoudende zones ten oosten van het stort en de voormalige werfwegen niet afgedekt. Echter, gezien de sterke begroeiing zijn deze locaties bijna onmogelijk te bereiken. Verdere maatregelen Toekomstplannen locatieHet asbeststort maakt deel uit van een groter bodemsaneringsproject voor de hele zone met stortplaatsen. Hierin worden de definitieve saneringsmodaliteiten opgemaakt.ToegankelijkheidDe omheining is nog onvolledig met 2 mogelijke toegangen tot het stort. De omheining moet worden gerepareerd of te worden verbeterd op de beschadigde punten. In het zuidwestelijke deel, nabij de niet-afgesloten tuinen en in het noorden, in het bos, wordt geadviseerd om de toegang tot de zone met asbeststort volledig af te sluiten.RisicolocatieOp basis van dit rapport is de aanwezigheid van asbest op het maaiveld nogmaals bevestigd. Het terrein is nog steeds toegankelijk voor wie “doelbewust” het asbeststort wil betreden. De aanwezige omheiningen blijken echter een aanzienlijk afradend effect te hebben op de onwetende passant. De aanwezigheid van asbest aan het maaiveld kan echter nog steeds een risico inhouden voor de aanwezigen.StabiliteitEen bijkomend risico wordt gevormd door de huidige en toekomstige verzakkingen ter hoogte van de steilste taluds. Door regenval zijn de bestaande erosiegeulen in de afdeklaag uitgebreid. Deze moeten worden gedicht. Daarnaast bestaat de kans dat het begroeide talud bij storm (vallende bomen) een versnelde vrijgave van asbest kan veroorzaken. In afwachting van de sanering wordt geadviseerd om na stormweer of hevige regenval deze kritische punten bijkomend te inspecteren. UPDATE: In de week van maandag 18/01 – vrijdag 22/01 werden er onderhoudswerken op het stort  uitgevoerd alsook herstellingen aan de omheining: Gevormde erosiegeulen in de afdeklaag werden heraangevuld Bovenop de herstelde locaties werden houtsnippers aangebracht ter voorkoming van erosie Een aantal omgevallen bomen die enerzijds op de omheining waren gevallen en anderzijds een gevaar betekenden voor wandelaars werden verwijderd